Gepubliceerd in MilieuForum, 1995
Het gat tussen beschikbaarheid en verbruik van water per persoon per jaar wordt mondiaal snel kleiner. Met de huidige technieken kunnen reducties in watergebruik worden bereikt van 10-50% in de landbouw, 40-90% in de industrie en 30% in de steden. De vraag is, volgens Allerd Stikker van de Ecological Management Foundation, of de benodigde financiering zal worden gevonden om deze verbeteringen te realiseren.
Van het water op aarde is 97% zeewater. Twee procent zoetwater is onbereikbaar onder ijskappen en gletsjers en een groot gedeelte van de overige één procent ligt te diep om te exploiteren. Door natuurlijke zonnewarmte verdampt 500.000 km3 vocht per jaar uit de oceanen (86%) en van de continenten (14%). De neerslag hieruit wordt verdeeld en zo wordt ongeveer 40.000 km3 water jaarlijks verplaatst van zee naar land. Dit is ’s werelds vervangbare zoetwatervoorziening, waar jaar tot jaar op kan worden gerekend. Met de huidige wereldbevolking betekent dit 7.400 m3 per persoon per jaar, hetgeen verscheidene malen de hoeveelheid is die de menselijke samenleving nodig heeft voor een bescheiden levensstandaard. Maar deze watervoorziening is heel ongelijk verdeeld en kan op haar weg terug naar de zee niet in haar geheel door mensen worden gebruikt. Tweederde vloeit weg, waarna ongeveer 14.000 km3 overblijft als een redelijk stabiele bron van watervoorziening, of + 2.400 m3 per persoon per jaar. In 1970 was dit nog 3.500 m3, de wereldbevolking is sinds die tijd met 1.8 miljard toegenomen. Een deel van dat water gaat op aan de instandhouding van natuurlijke waterhuishouding, zoals reservoirs, rivieren, meren en het in stand houden van de waterkwaliteit. De netto daadwerkelijke beschikbare hoeveelheid zoetwater heeft men daarom berekend op 9.000 km3, ofwel 1.600 m3 per wereldburger.
Bekijk hieronder het hele artikel uit Op zoek in pdf.
Zoetwaterschaarste na 2000